Welkom
Processie 2015
© M.J.L. Frissen 2017
Latest update:18-10-2019
Ontstaansgeschiedenis
De eerste brassbands ontstonden in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten in het begin van de negentiende eeuw, aanvankelijk als onderdeel van de militaire
cavalerie. Het woordjebrass wil niets anders zeggen dan koper, en het woordje band is letterlijk vertaald een groep. Samengevat is een brassband dus een
groep muzikanten die alleen koperen blaasinstrumenten bespeelt. Er zijn dus géén hout-instrumenten (klarinetten) zoals bij een harmonie en géén saxofoons
zoals bij een fanfare. De muziek van brassbands sloeg aan, waardoor er al snel ook burgerorkesten ontstonden. Met name in de Britse mijnwerkerssteden werd
het spelen in een bedrijfsgebonden brassband een populair tijdverdrijf. Daaruit ontstond later de standaardbezetting, die ook heden-tendage nog geldt: tien
cornetten, een bugel, drie alto’s, twee baritons, twee eufoniums, drie trombones, vier bassen en slagwerk. Het Leger des Heils, dat de brassband als
huisorkestvorm adopteerde, heeft veel bijgedragen aan de verspreiding van brassbandmuziek naar onder meer Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en
Scandinavië. In Nederland geldt Friesland als de bakermat van de brassbands.
Omschakeling
Brassband St.Gerlach was de allereerste brassband in Limburg. In 1971 werd namelijk besloten om van fanfare naar brassband over te schakelen. Tot dan toe
kende men in hoofdzaak de harmonie- en fanfare-vorm als muziekvereniging. Zijn voor een minimum bezetting van een harmonie 40 en voor een fanfare 36
muzikanten nodig, voor een brassband ligt dit aantal op 26 personen. Verdere voordelen van een brassband zijn: -geen dure aanschaf en opleiding van een
saxofoonbezetting, -makkelijker overschakeling van muzikanten op andere instrumenten, - goedkoper instrumentarium. Gezien het betrekkelijk kleine aanbod
aan muzikanten in ons dorp leverde het handhaven van de "fanfare-status" vrijwel doorlopend moeilijkheden op. Bij omschakeling naar brassband zouden deze
obstakels komen te vervallen. Als instituut raakte de brassband hoe langer hoe meer ingeburgerd in Nederland. Ook bij de federatie van muziekbonden werd zij
naast de harmonie en de fanfare als een volwaardig lid van de familie beschouwd.
Dorpsbelang
Met de omzetting naar brassband kwam aan de geschiedenis van de fanfare, zoals die in 1879 in Houthem was opgericht, een eind. Een brassband in een
dorpsgemeenschap is, in tegenstelling tot de bekende engelse bedrijfsgebonden brassbands, multi-functioneel. Uit dien hoofde is een uitgebalanceerde
bezetting naar het engelse model praktisch niet mogelijk. In verband hiermee moge erop gewezen worden dat een muziekkorps in een leefgemeenschap twee
maatschappelijke functies heeft. Enerzijds moet een vereniging de leden van die gemeenschap de mogelijkheid bieden om in verenigingsverband de
blaasmuziek te kunnen beoefenen. Anderzijds is de opluistering van vele festiviteiten in die gemeenschap een vast gegeven. Deze laatste omstandigheid
bevestigt tevens het bestaansrecht van de rond 1954 opgerichte drumband. Aanvankelijk had deze "groep trommelaars" hoofdzakelijk tot doel de marsorde
tijdens het uittrekken te bewaren. Nadien kreeg de drumband onder leiding van de tambourmaître een steeds belangrijker rol m.b.t. het show-element. In de
zestiger jaren waren er zelfs een viertal klaroenen bij de drumband aanwezig ! Tijdens de jaarlijkse carnavalsoptocht, de kindercommunie, de
sacramentsprocessie en andere straatoptredens, is de drumband inmiddels een onmisbaar onderdeel van de brassband geworden.
Enkele gegevens (2011)
De brassband speelt in de 3e divisie en heeft in totaal 45 leden. Sinds 1988 is Kittie Huntjes de voorzitter. De brassband viert in 2019 haar 140-jarig
bestaansfeest. Vanaf 2017 is Leon Simons de dirigent die de wekelijkse repetities leidt op vriijdagavond in het gemeenschapshuis de Holle Eik te Houthem.
De drumband staat onder leiding van instructeur Henk Martens en tambourmaître Frank van Weers.
Opleiding:
Ieder nieuw lid van de brassband krijgt les van een muziekleraar van opleidingsinstituut Kumulus. Deze lessen worden volledig betaald door de vereniging. Na
een theoretische opleiding van enkele maanden krijgen de leerlingen een muziekinstrument ter beschikking gesteld. Nadat ongeveer een jaar lang met goede
resultaten is deelgenomen aan de lessen, wordt in overleg met de muziekleraar besproken of men kan deelnemen aan het jeugdorkest (tot 18 jaar). Na het
behalen van het A-diploma mogen de leerlingen meespelen bij de brassband onder leiding van de dirigent. Vanaf dat moment krijgen ze tevens een
verenigingsuniform.
De leden van de drumband krijgen les van een door de vereniging ingehuurde instructeur. Vrijwel direct wordt er gerepeteerd op een door de vereniging ter
beschikking gestelde trom. Indien blijkt dat de lessen goed gevolgd worden en er voldoende vooruitgang is, wordt in overleg met de instructeur beslist of de
leerling aan de verenigingsoptredens kan deelnemen. Vanaf dat moment krijgen ook de drumbandleden een verenigingsuniform.
Gezien de grote bedragen welke de brassband niet alleen in de opleiding van nieuwe leden, maar ook in instrumenten en uniformen investeert, heeft de
vereniging besloten om alle leden, met name ook de jeugdleden, het volle contributiebedrag van € 75,- per persoon per jaar in rekening te brengen. Tevens
wordt met name van de aspirant-leden verwacht dat ze zich gedurende hun opleiding maximaal voor de vereniging zullen inzetten. Dit kan men tonen door
altijd tijdig op de lessen, repetities en uitvoeringen aanwezig te zijn en door zo veel mogelijk medewerking te verlenen bij de nevenaktiviteiten van de
vereniging.
Activiteiten:
Ieder jaar wordt er aan allerlei dingen veel geld uitgegeven zoals: nieuwe muziekinstrumenten, muzieklessen voor de jeugd, nieuwe muziekstukken, nieuwe
uniformen, reparaties aan muziekinstrumenten enz. Het geld hiervoor moet dus ook op de een of andere manier weer binnenkomen. Hiervoor worden diverse
aktiviteiten georganiseerd zoals: - de Gerlachusmarkt, - de Anjerloterij, - de Sponsorloterij, - de donateursaktie, - de oudpapieraktie, de potgrondaktie en de
campingakties. Ook worden er nog aktiviteiten (die geen geld opbrengen) georganiseerd om met alle leden gezellig samen te zijn zoals een feestavond,
speurtocht, jeugdkamp en uitstapjes.
Muziekbeoefening:
Zelf musiceren, daar komt het op aan. Er bestaat een oud spreekwoord dat zegt: "Hij die geen muziek kent is arm, hij die naar muziek luistert heeft reeds iets,
maar slechts hij die muziek beoefent is rijk." Maar afgezien van deze culturele verrijking, bestaan er ook nog de persoonlijke relaties, de kameraadschap, die
eveneens een realiteit is. In onze vereenzaamde maatschappij, waar de dorpskernen verdwijnen en de mensen hun buren niet meer kennen, is deze
personenrelatie van onschatbare waarde. Juist in die twee elementen ligt de grote betekenis van een muziekvereniging
Agenda
Agenda
Agenda
Informatie