Brassband St Gerlach
Informatie

Informatie

Ontstaansgeschiedenis
De eerste brassbands ontstonden in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten in het begin van de negentiende eeuw, aanvankelijk als onderdeel van de militaire cavalerie. Het woordjebrass wil niets anders zeggen dan koper, en het woordje band is letterlijk vertaald een groep. Samengevat is een brassband dus een groep muzikanten die alleen koperen blaasinstrumenten bespeelt. Er zijn dus géén hout-instrumenten (klarinetten) zoals bij een harmonie en géén saxofoons zoals bij een fanfare. De muziek van brassbands sloeg aan, waardoor er al snel ook burgerorkesten ontstonden. Met name in de Britse mijnwerkerssteden werd het spelen in een bedrijfsgebonden brassband een populair tijdverdrijf. Daaruit ontstond later de standaardbezetting, die ook heden-tendage nog geldt: tien cornetten, een bugel, drie alto’s, twee baritons, twee eufoniums, drie trombones, vier bassen en slagwerk. Het Leger des Heils, dat de brassband als huisorkestvorm adopteerde, heeft veel bijgedragen aan de verspreiding van brassbandmuziek naar onder meer Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en Scandinavië. In Nederland geldt Friesland als de bakermat van de brassbands.

Omschakeling
Brassband St.Gerlach was de allereerste brassband in Limburg. In 1971 werd namelijk besloten om van fanfare naar brassband over te schakelen. Tot dan toe kende men in hoofdzaak de harmonie- en fanfare-vorm als muziekvereniging. Zijn voor een minimum bezetting van een harmonie 40 en voor een fanfare 36 muzikanten nodig, voor een brassband ligt dit aantal op 26 personen. Verdere voordelen van een brassband zijn: -geen dure aanschaf en opleiding van een saxofoonbezetting, -makkelijker overschakeling van muzikanten op andere instrumenten, – goedkoper instrumentarium. Gezien het betrekkelijk kleine aanbod aan muzikanten in ons dorp leverde het handhaven van de “fanfare-status” vrijwel doorlopend moeilijkheden op. Bij omschakeling naar brassband zouden deze obstakels komen te vervallen. Als instituut raakte de brassband hoe langer hoe meer ingeburgerd in Nederland. Ook bij de federatie van muziekbonden werd zij naast de harmonie en de fanfare als een volwaardig lid van de familie beschouwd.